Gepubliceerd op Facebook: 30 april 2016
Mijn eerste herinnering aan Ajax heb ik dankzij Google exact kunnen dateren. Op 8 augustus 1993 (ik was vijf jaar oud) zag ik hoe Ajax Feyenoord verpulverde en in De Kuip de Supercup won (inmiddels heet dit de Johan Cruijffschaal). Het eerste en het laatste doelpunt werden gemaakt door een tweeëntwintigjarige Fin met lang haar. Vanaf dat moment was ik idolaat van deze voetballer.
Als ik op straat ging voetballen (dat deed je toen nog – het internet bestond nog niet), dan “was” ik Jari Litmanen. Ik werd lid van een voetbalclub in de hoop ooit zo goed als hij te worden. Ik had zijn posters op mijn kamer (tot op heden hangt hij boven mijn bed) en keek naar Ajax om hém te zien spelen.
Zoals je hopelijk weet, was het een goede periode om Ajacied te zijn. In mijn ogen komt dat vooral door hem; ik zag hoe hij het team naar grote hoogten tilde. Een seizoen later won Ajax elke prijs die er op deze aarde door een clubteam te winnen valt. De blijdschap die ik voelde op 24 mei 1995 valt met geen dertig XTC-pillen te evenaren, en iedereen die wel eens met mij op MELT! of een ander festival is geweest, weet dat dit een participerende observatie is.
Wat er een jaar later op 22 mei in Rome gebeurde, doet nog te veel pijn om daar nu inhoudelijk op in te gaan, maar ik hoef niemand eraan te herinneren wie de gelijkmaker scoorde en zijn penalty er wél in schoot.
Enkele jaren geleden was ik aan het werk in Toomler en kreeg ik de kans Frank Rijkaard persoonlijk te bedanken voor wat hij voor Ajax betekend heeft. Recenter kwam ik Ronald de Boer tegen in Fier en ook toen ben ik op hem afgestapt om hem de hand te schudden. Je kunt je dus voorstellen hoe enthousiast ik was toen ik hoorde dat Jari Litmanen zijn boek zou gaan signeren in Scheltema.
In een vlaag van verstandsverbijstering had deze boekhandel er geen rekening mee gehouden dat heel Amsterdam uit zou lopen om Jari te kunnen zien. Ik heb twee uur in een nauw trappenhuis in de rij gestaan, me ondertussen kapot stressend over het feit mijn favoriete voetballer aller tijden slechts korte tijd aanwezig zou zijn, voor hij naar Schiphol afgevoerd zou worden, en de rij maar niet opschoot. Maar zoals sommige massages in kleine Chinese salons rond de Zeedijk, heeft dit verhaal gelukkig een happy end.
Ik heb Zijn hand mogen schudden en in de korte tijd dat ik met Hem kon doorbrengen (zoals ik al eens zei, nadat ik na een half jaar droog staan eindelijk weer eens wat actie kreeg: het waren vijftien fantastische seconden) stamelde ik iets over dat ik zijn handtekening ging tatoeëren en dat ik zo dankbaar was. De bijgevoegde afbeelding, die waarschijnlijk nog lange tijd mijn profielfoto zal zijn, is genomen op dit moment. Ik denk dat mijn gezicht boekdelen spreekt. Dat van die tatoeage is overigens echt waar, en ik verwacht dat volgend jaar april op studiereis (in Belgrado, am I right?) Jari dus de fakkel over gaat nemen van Sabine en Emma. Geen slecht rijtje om in te staan, lijkt me zo.
Hier houdt het verhaal echter niet op, en dat geldt net zo min voor de beeldregistratie van deze dag. Scheltema heeft namelijk maar een beperkt aantal uitgangen en er was geen genie voor nodig om uit te dokteren welke route hij zou gaan afleggen. Het vertrek van De King deel ik middels video ook met jullie.
Ik moet jullie waarschuwen, het zijn hele gênante beelden. Jullie mogen ze toch zien omdat ik wat betreft Facebook de schaamte inmiddels wel voorbij ben, en het gewoon een leuk filmpje is. Maar weet dat ik hier niet een kerel van 28 ben, maar weer dat vijfjarige jongetje dat zijn idool ontmoet. Als een groupie ben ik aan het schreeuwen dat hij de koning is, Amsterdam hem eeuwig dankbaar is en alles wat maar in me opkomt. Toch krijg ik hem er wel mee aan het lachen, zwaait hij nog even en kan ik gelukkig sterven.
Ik eindig met de mededeling dat Twente en De Graafschap keihard geraped gaan worden en we 8 mei gewoon weer met die lelijke schaal in handen staan. Fijn weekend en dank voor de aandacht.